De stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) is in 1999 opgericht met als doel een stimulans te vormen voor de ontwikkeling en afzet van duurzaam geproduceerde streekproducten in Nederland. Het initiatief hiertoe is genomen door regionale producentenorganisaties en ontwikkelorganisaties actief op het gebied van duurzame regionale ontwikkeling.
Een van de kerntaken van SPN is het ontwikkelen en beheren van het keurmerk Erkend Streekproduct®.
Uitgangspunt van het keurmerk is dat het bij moet dragen aan duurzame regionale ontwikkeling:
- economisch (stimulering kleinschalige bedrijvigheid, behoud van toegevoegde waarde in de streek)
- ecologisch (verminderen milieubelasting in de productieketen) en
- sociaal (stimulering werkgelegenheid, toegang tot hulpbronnen).
De criteria van het keurmerk Erkend Streekproduct® zijn een afgeleide van de doelstelling van SPN:
- er is sprake van een duidelijk omschreven gebied van herkomst (de streek)
- de grondstoffen zijn (voor zover mogelijk) afkomstig uit de streek
- de be- en verwerking tot eindproducten vinden plaats in de streek
- de productie vindt plaats op een duurzame manier en voldoet aan bovenwettelijke duurzaamheidseisen.
Van ieder product dat gecertificeerd wordt met het Erkend Streekproduct® of de aangesloten regionale keurmerken die volgens dezelfde criteria werken, wordt een productreglement of beschrijving gemaakt waarin exact beschreven staat op welke manier voldaan wordt aan de bovengenoemde criteria.
In de praktijk betekent dit dat van de meer dan 400 producten die gecertificeerd zijn, meer dan de helft afkomstig zijn uit de biologische landbouw; een substantieel deel is gecertificeerd met het Milieukeur. Voor alle overige gevallen geldt dat op de productiebedrijven aanvullende inspanningen worden gedaan op het gebied van natuur- en landschapsbeheer en het behoud van biodiversiteit.
Voor producten afkomstig uit de veehouderij geldt dat er sprake is van diervriendelijke houderijsystemen. In alle gevallen geldt dat de grondstoffen niet afkomstig mogen zijn uit reguliere intensieve veehouderij of verwarmde kassen.
Voor AGF producten geldt dat de teelt grond- en seizoensgebonden is.
Als onderdeel van de SPN systematiek zijn de afgelopen jaren nieuwe criteria ontwikkeld voor duurzame visserij in de Noordzee, Waddenzee en het IJsselmeer (zie bijvoorbeeld www.waddengoud.nl).
Het gebruik van regionale grondstoffen bij de productie van voedingsmiddelen levert tot 70% transportbesparing en reductie van CO2 emissie op ten opzichte van het gebruik van grondstoffen van de ´wereldmarkt´. Dat blijkt uit een vergelijkende analyse van transportstromen en voedselkilometers uitgevoerd door het LEI in opdracht van SPN en LTO-Nederland [1]. Ook lokale afzet draagt aanzienlijk bij aan transportbesparing. De totale besparing kan oplopen tot 85%[2]. Daarnaast levert gecertificeerde regionale productie en verwerking een positieve bijdrage aan de realisatie van verschillende andere milieudoelstellingen, zoals het behoud van biodiversiteit, verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving, verantwoord beheer van externe hulpbronnen. Streekgebonden productie is een volwaardig duurzaam alternatief, zo blijkt uit recent Engels en Belgisch onderzoek[3]. Niet voor niets zijn streekproducten opgenomen in de Nederlandse inkoopcriteria voor duurzaam inkopen.
[1] Zie het rapport ´Transportbesparing en verminderde milieubelasting bij de productie en distributie van streekproducten´ door Pilkes en Vogelzang (juli 2005). Dit rapport is te downloaden via www.akk.nl (projectcode ACB/ACD 03.045).
[2] Zie: Pretty, J.N., A..S. Ball, T. Lang en J.I.L. Morison (2005) Farm Costs and Food Miles: an assessment of the full costs of the weekly UK food basket (DEFRA 2005)
[3] Volgens Pretty et al (2005) verdient regionale productie en consumptie vanuit milieu oogpunt de voorkeur boven biologische producten die over lange afstanden worden vervoerd. Dit wordt ondersteund door een recente publicatie van het Brussels Observatorium voor Duurzame Consumptie met als titel ´Hoeveel kilometers bevat uw bord´zie: www.oivo-crioc.org/files/nl/4148nl.pdf