Westlandse druiven

De teelt van tafeldruiven vormt de bakermat van de tuinbouw in het Westland. De druiven staan bekend om hun mooie grote bessen en hun rijke en sappige zoetheid. Ze worden geteeld in speciale druivenkassen, omdat ze zeer vatbaar zijn voor schimmels en meeldauw. Westlandse tafeldruiven hebben een uniek productieproces. In mei, wanneer de druivenbomen bedekt zijn met bladeren en de trossen zich beginnen te ontwikkelen, ondergaan de druiven een selectieproces om hun kwaliteit te waarborgen. Wekenlang zitten de druivenkrenters op krenttrappen van ’s morgens vroeg tot s’avonds laat, waarbij ze de trossen met de hand uitdunnen. Dit krentproces geeft de overgebleven druiven ruimte om uit te groeien tot de sappigste en meest smaakvolle druiven. De eerste druiven zijn meestal eind augustus rijp om te oogsten. Druiven worden al honderden jaren gekweekt in het Westland in de provincie Zuid-Holland. In het begin van de 19e eeuw noemden de ‘Staten van Landbouw in het Koninkrijk Holland’ Westland het officiële centrum voor de productie van druiven. De geproduceerde druiven werden voornamelijk geëxporteerd naar Engeland. Druiven groeiden uit tot een van de belangrijkste gewassen in Westland, met grote oogsten die vanaf het begin van de 20e eeuw tot de jaren zestig werden geproduceerd. De glazen serres waren overal en hele families werkten om de druiven te laten groeien. Westlandse kinderen kregen tijdens het plukseizoen zelfs vrijaf van school. De gezondheidsvoordelen van deze vrucht waren toen al goed bekend en patiënten in instellingen en ziekenhuizen kregen Westlandse druiven. In de jaren 1950 en 1960 werden tal van druivenfeesten georganiseerd om de Westlandse druiven te promoten. Maar tegen de jaren tachtig was de productie van druiven tot bijna niets gedaald als gevolg van concurrentie uit Griekenland en Italië, en ook door de toenemende afhankelijkheid van monoculturen in de commerciële fruit- en groenteproductie. Nu wordt de tafeldruif nog op zeer kleine schaal geteeld door een klein aantal producenten en in privé druivenconservatoria, volgens dezelfde methoden als in de jaren 1920: allemaal met de hand en met veel liefde, passie en geduld.